Death Road, Potosi en Uyuni - Reisverslag uit Uyuni, Bolivia van Erik Hilgers - WaarBenJij.nu Death Road, Potosi en Uyuni - Reisverslag uit Uyuni, Bolivia van Erik Hilgers - WaarBenJij.nu

Death Road, Potosi en Uyuni

Door: Erik

Blijf op de hoogte en volg Erik Hilgers

18 Mei 2015 | Bolivia, Uyuni

Voordat we vertrokken uit La Paz ben ik eerst nog gaan mountainbiken op de zogeheten Death Road. Jan durfde niet, dus die ging niet mee. Ik was dus op mezelf (en 7 Israëliërs die met het zelfde agency meegingen) aangewezen tijdens deze tocht. De tocht begon hoog in de bergen, waar we eerst drie kwartier op volle snelheid op het asfalt naar beneden konden, omringd door prachtige natuur. Erg moeilijk was de tocht hier nog niet, maar het was wel heerlijk om even flink bergafwaarts te gaan. Na die drie kwartier begon de echte Death Road, waarbij we van asfalt overgingen naar een zandpad met veel stenen en erg diepe afgronden. In het begin ging het nog redelijk traag, omdat het pad erg smal was en er veel auto's langs moesten. Na ongeveer een uurtje op deze weg werd deze echter een stuk breder en konden we echt flinke snelheden halen tijdens de afdalingen. Onderweg fietste je een paar keer midden door een waterval heen, en naarmate ik steeds meer controle over de weg en de fiets kreeg begon ik ook erg te genieten van het landschap eromheen. Overal waren groen beboste bergen, met paarse bloemen, watervallen en riviertjes. Na nog 3 uur afdalen kwamen we dan bij de finish, waar we een paar welverdiende pilsjes konden drinken alvorens weer terug te gaan naar La Paz. Al met al een erg mooie, snelle en avontuurlijke route.

Op de busterminal ontmoette ik Jan weer en na een paar (jaloerse) commentaren over mijn "I'm a Death Road survivor" T-shirt vertrokken we met de bus naar Potosi. Toen we de eerste dag aankwamen hebben we direct de natuurlijke warmwaterbron bezocht, die een half uurtje buiten de stad lag. Deze bijna perfect ronde vulkanische krater is gevuld met water met een temperatuur van ongeveer 30 graden. 'Ojo del Inca' wordt het genoemd; het oog van de inka. Dit vulkanische meer wordt omringd door prachtige zanderige bergen, waaraan we konden merken dat we dichter in de buurt van de woestijn waren. Hier hebben we een heerlijk dagje kunnen chillen met een paar biertjes en wat Boliviaanse reggae van een muzikant uit Potosi.
De dag erna hebben we in de ochtend de zilvermijnen van Potosi bezocht. Na ons te hebben aangekleed als een paar echte Gringo-mijnwerkers kwamen we er in de mijnen achter hoe ziek het er daar aan toe gaat. In alle krappe en benauwde gangetjes waren mijnwerkers aan het bikkelen terwijl wij als toerist een beetje kwamen toekijken. Dit vonden we af en toe wel een beetje ongemakkelijk, maar de rest van de groep leek hier minder moeite mee te hebben. Door de verhalen van de gids, die zelf van zijn 8ste tot zijn 29ste in de mijnen had gewerkt, kregen we een steeds beter beeld van het harde en nederige bestaan van deze mensen. Zo vertelde hij dat de mijnwerkers de eerste jaren de hele dag alleen een ontbijtje kregen, en het de rest van de dag met cocabladeren moesten doen (cocabladeren werken een beetje als cafeïne en nemen bovendien een deel van de honger weg). De mijnwerkers aanbidden ook hun eigen goden, die hun voorspoed en mineralen moeten geven. Ook alcohol is een belangrijk deel van het leven van de mijnwerkers. Voor ongeveer een euro kan je op de mijnwerkersmarkt een liter met 96% alcohol kopen. Alcoholisme is dan ook een groot probleem in deze mijnen, waar de mensen gemiddeld niet ouder dan 40 worden door het belachelijk zware werk dat zij verrichten. Waar wij het al zwaar vonden om een paar uurtjes gebukt te moeten lopen, deden zij dit met loodzware (er wordt daadwerkelijk lood uit de berg gehaald) stenen in hun karretje. Na een rondleiding van een paar uur kwamen we lichtelijk geëmotioneerd naar buiten, met enorm veel respect voor de mensen in die mijnen. Na het zien van het moeilijke leven van deze echte kerels, die zonder te mauwen dag in dag uit in de mijnen bikkelen konden we niet anders dan even reflecteren op onze luxe westerse leventjes.

Daarna begon dan de langverwachte tocht naar Salar de Uyuni, de beroemde zoutvlakten van Bolivia. We gingen mee met een driedaagse reis op een jeep, waarbij we via de zoutvlakten en door de woestijn de Chileense grens zouden oversteken. Nadat we eerst twee redelijk nutteloze tussenstops hadden bij wat oude treinen en een zoutmuseum belandden we dan eindelijk op de plek waar we wilden zijn: in het midden van de zoutvlakten, waar je nergens om je heen iets anders kon zien dan de stralend witte zoutvlakten en wat bergen in de verte. Eerst maakten we zoals alle toeristen wat grappige foto's met het bijzondere perspectief dat de zoutvlakten bieden. Na nog even te hebben geluncht ben ik even een eindje gaan lopen en toen kwam pas echt het besef van de schoonheid van deze plek. Omdat de Salar de Uyuni zo uitgestrekt is (12.000 vierkante kilometer) kan elke toerist zich er tegelijkertijd alleen op de wereld voelen. Tijdens het lopen voelde ik de zinloosheid van mijn stappen, omdat de bergen die de Salar omringen totaal niet dichterbij kwamen. Dat, in combinatie van de afwezigheid van welk geluid dan ook (op een klein briesje na), maakte het voor mij op de een of andere manier erg indrukwekkend. Na mijn momentje met dit bijzondere natuurverschijnsel was het tijd om verder te gaan en vertrokken we met de jeep naar een eilandje in de zoutvlakten. (Ter info: deze plek was miljoenen jaren geleden een gigantisch meer dat in contact stond met de Atlantische Oceaan. Door tektonische plaatverschuivingen is het gebied een stuk hoger komen te liggen, waarna het meer op den duur opgedroogd is en de zoutvlakten uit de restanten van het zoute zeewater zijn ontstaan). Dit eilandje bestond voor een groot deel uit enorme cactussen en was een mooie plek om vanaf een hoger gelegen punt over de zoutvlakten uit te kijken. Daarnaast bracht het nog een aangename verrassing met zich mee. Op het eilandje stonden ook nog twee kantoortjes (je moest nog wat extra betalen voor dit eilandje) en een wc. In een van die kantoortjes stond het laatste half uur van Real Madrid - Juventus in de halve finale van de Champions League op, dus keken we de conciërges die daar aan het werk waren lief aan en gelukkig mochten we dit enorm spannende half uurtje met hen meekijken. Toch een heerlijk gevoel, dat we er zelfs op de zoutvlakten in zijn geslaagd om nog even voetbal te kijken. 's Avonds sliepen we in een heel klein dorpje in de woestijn. Toen Jan en ik 's avonds nog even een rondje buiten liepen zagen we de meest heldere sterrenhemel die we ooit hadden gezien. Daar in de buurt bevinden zich blijkbaar ook allerlei astronomische en astrologische laboratoria, omdat de lucht nergens ter wereld zo helder en droog is. Perfect om naar de sterretjes te kijken, dacht ik zo.
De tweede dag begonnen we aan een lange jeeptocht door de woestijn. Er kwam steeds meer zand en minder groen, maar lange tijd dachten we dat het bij een soort halve woestijn zou blijven. In een tijdsbestek van 10 minuten veranderde de omgeving echter van zand met redelijk wat groene planten naar alleen maar heuvels van zand. We waren nu echt in de woestijn beland zoals we hem hadden voorgesteld. Het wordt misschien een beetje eentonig, maar ook dit was erg indrukwekkend. Wederom zijn Jan en ik bij een tussenstop om de beurt een flinke zandberg opgelopen, vanwaar we onze jeep (en de 5 andere jeeps met toeristen die daar hun lunch gingen houden) niet meer konden zien. Dit gaf tegen beter weten in de illusie dat je even helemaal alleen in de woestijn was, op een soort heroïsche pelgrimstocht. Na 20 minuten bergop was echter de top van de zandberg nog steeds niet in zicht en was de jeep aan het wachten om verder te gaan, dus de illusie was van korte duur. Daarna kwamen we nog langs een aantal meren in de woestijn, die vol zaten met flamenco's. Blijkbaar was dat redelijk bijzonder voor deze tijd van het jaar, omdat ze door de kou al weggetrokken zouden moeten zijn. Tot slot hadden we nog een tussenstop bij een meer, dat door de algen in het water rood van kleur is. Dit was wel erg bijzonder om te zien. Deze rode kleur kan je ook alleen zien als het hard waait, en gelukkig was dit het geval.
De laatste dag stonden we om 5 uur 's nachts op om met zonsopgang bij de geisers te zijn die nog drie kwartier bij ons vandaan lagen. Dit was heel bijzonder om te zien, omdat het buiten echt megakoud was, maar er ziek hete lucht uit de grond kwam gespoten. Na allemaal een paar keer door de sterkste geiser te hebben gesprongen en te hebben gekeken naar het kokende water wat zich in bepaalde kuilen in de aarde bevond vervolgden we onze tocht naar de volgende bestemming: een warmwaterbron van 40 graden. Ik kan vertellen dat dit om half 7 's ochtends in de woestijn (wanneer de temperatuur nog rond het vriespunt ligt) erg welkom is. Hier konden we even 3 kwartier in chillen, waarna we zonder het nog koud te hebben doorgingen op onze tocht. Aan het einde van de tocht kwamen we nog bij het groene en witte meer. Bij deze meren is net als bij het rode meer van de dag ervoor bij sterke wind een groene en een witte kleur op het water te zien. Helaas hadden we deze dag minder geluk met het weer, dus zag het er uit als twee gewone meren. Iets verderop werden we op de bus gezet en staken we de grens met Chili over, bij het dorpje San Pedro Atacama.

Hier hebben we even een dagje gewacht op Joris, mijn nieuwe Nederlandse reispartner. Over iets minder dan een weekje gaat Jan namelijk nog een maandje werken op een boerderij in het noorden van Patagonië. Zelf ga ik verder naar het zuiden om de wonderen van Patagonië in de winter (koud!) te bezichtigen en onderweg kwam ik dus Joris tegen die precies hetzelfde plan had, maar ook nog op zoek was naar een reispartner. Eerst reizen we nog met z'n drieën naar het Chileense stadje Valparaiso en naar Santiago, waarna de wegen van Jan en mij voorlopig scheiden. Waarschijnlijk kom ik later nog wel langs in Futaleufu, het plekje waar Jan op de boerderij gaat werken. Maar na Santiago gaan we eerst naar het zuiden naar Torres del Paine, wat het mooiste nationale park in heel Patagonië schijnt te zijn. Ik ben benieuwd.

  • 25 Mei 2015 - 12:18

    Marleen Hilgers:

    Hoi Erik,

    Voetbal kijken in de zoutvlakten en in de zilvermijn.
    Wat weer prachtige avonturen die ook weer goed zijn afgelopen.
    Vanuit Herkenbosch lees ik het met open mond van verbazing.
    En verheug ik me op het volgende avontuur van jou.
    Groetjes Marleen

  • 25 Mei 2015 - 19:37

    Monique:

    Wat een verhalen Erik, mooi om te lezen!
    Heb je ook foto's?

    groetjes Monique

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Erik Hilgers

Actief sinds 06 Maart 2015
Verslag gelezen: 182
Totaal aantal bezoekers 4901

Voorgaande reizen:

19 Maart 2015 - 26 Juli 2015

Zuid-Amerika

Landen bezocht: